Jethro en Arianne op avontuur in Namibie en Boswana

Krokodillen, nijlpaarden en Zimbabwe

Arianne is slagvaardig en belt met het verhuurbedrijf. De koelkast moet gemaakt worden, wij westerlingen kunnen niet zonder. Arianne's specialiteit, broodje avocado met roomkaas, valt anders in het water. Niet lang daarna wordt ze gebeld door een garage uit dezelfde plaats, hij komt het apparaat repareren maar hij kan niet bij de camping komen, omdat de weg half onder water staat. Of wij naar hem toe willen komen. Ik stap de jeep in en rij de gravel wegen af. Om mij heen moerassen met witte kraanvogels die normaal gesproken op krokodillen-ruggen te vinden zijn. Daar sta ik weer voor de geduchte overgang. De barman had ik gisteren om advies gevraagd en hij meldde dat je er dwars doorheen moet rijden. Ik ben eigenwijs en sla het in de wind en ga rechtsom. Ik loop meteen vast, maar kantel niet. De wielen spinnen en ook de L-4 versnelling werkt niet, ik graaf mij alleen maar verder in. Ik zit vast, een grijze modderbrij heeft mijn portier bereikt.

Het gebrul van de motor heeft nieuwsgierigen gewekt. Ik ben ‘the talk of the swamp'. Ik klim eruit en sta tot mijn knie in de modder en roep een auto om hulp. Arianne is nog op de camping en neemt niet op. Twee aardige ‘locals' nemen me mee. We rijden eerst nog verkeerd. Ariannegelooft mij nietals ik het nieuws vertel, ze ziet een gezonken auto al voor zich, de komende 5 jaar afbetalend omdat de verzekering niet uitkeert. Ik stel haar gerust.

Vanuit de receptie krijg ik hulp. De opperman fluit naar 2 hulpjes en ze springen achterin de pick up truck. Drie sterke zwarte lijven duwen, trekken en sjorren en uiteindelijk met een kabel komt de auto eruit. De schade valt mee.

Ik rij een andere route en wacht bij een zonnebloemenveld op de monteur. Het blijkt een blanke roodharige Zuid-Afrikaan met een Ted de Braak-snor. Via een zandweg arriveer ik bij een garage. Het staat vol met autowrakken uitgestald. Losstaande portieren, verbrande petroleumvaten (in Nederland had de Milieudienst hier z'n slag kunnen slaan). 7 monteurtjes lopen wat doelloos rond, ze bellen of hangen bij een hek. De garagehouder gaat aan de slag samen met een collega om te zoeken wat er mis is met de koeling. Na 2 uur zitten op een stapel autobanden is men klaar. Ik mag bij hem op kantoor komen. Er hangt een verroest gordijntje voor het raam, het bureau bezaaid met papieren en asbakken vol uitgedrukte peuken. De garagehouder legt de rekening voor mij neer, 256 namibische dollar (26 euro). Zijn Angolese vrouw heeft haar armen over elkaar en rookt er met 1 een sigaret. Ik word hier natuurlijk afgezet, maar leg de biljetten rustig op zijn bureau. We kunnen het bedrag immers declareren bij het verhuurbedrijf. We wisselen nog wat ‘small talk' en zijn vrouw adviseert mij om naar Angola te gaan, 'it is so beautiful!' Is het veilig dan, vraag ik. 'Alleen als je in konvooien van minimaal 3 auto's rijdt', antwoordt hij.

Opgelucht kom ik weer terug op de camping. Er hebben zich ondertussen 5 seniore Zuid-Afrikaanse stellen gevestigd om ons heen. We worden te onpas geadviseerd over onze verdergaande reis. Aan de bar raken we in gesprek met een Nederlands stel uit Eindhoven. We hadden ze de avond ervoor al gesproken op de boottrip over de rivier waar we krokodillen gingen zoeken. Ze zijn beter voorbereid als wij: ze hebben een 4WD-cursus gedaan, hebben een sateliettelefoonen slikken malariatabletten. Ook hebben ze alle slaapplaatsen vooraf geboekt. We hebben dit alles niet gedaan en zien wel wat op onze weg komt. De 3 flessen rode wijn gaan snel op en we drinken nog een ‘gemsbokje', die moet je achterover slaan. Beschonken lopen we het oorverdovende geluid van de krekels in. We vallen als een blok in slaap.

Arianne heeft een kater en voelt zich misselijk. Het ‘gemsbokje' deed het hem. We rijden de Caprivi strook verder oostwaarts op. Het is een vreemd stukje land ingeklemd tussen Botswana en Angola en Zambia. Deze steel was ooit als handelsroute naar Tanzania, beide gekolonialiseerd door Duitsland.

De eenbaansweg is bochtloos en aan 1 stuk rechtdoor. Er lopen mensen langs de weg, liftend of op weg naar iets. We worden altijd nagekeken en we zwaaien naar de kindjes die enthousiast terugzwaaien. Er zitten wat gaten in de weg, maar we kunnen met 100 doorrijden. We passeren diverse ronde huisjes met rieten daken, eromheen een muur van riet. Dit zullen de dorpjes zijn. Mensen zitten buiten onder een boom, wachtend op wat eigenlijk. Hoe komen deze mensen hun dag door? Waar leven ze van? Meer dan de helft van de Namibische bevolking leeft onder de armoedegrens (1,25 US dollar per dag). Men wordt gemiddeld 54 jaar.

De Lonely Planet is lyrisch over een lodge, ‘Ngepi' genaamd. Je kunt er kamperen aan de rivier en de Nijlpaarden horen grommen en je kunt er zwemmen met krokodillen. Aangezien dat de dieren zijn die mij de grootste angstdromen geven, gaan we richting deze plaats. Het is 2,5 uur rijden.

Als we er arriveren, heb ik voor het eerst een backpackers-gevoel. De bar is sfeervol, er hangen foto's, bankbiljetten vanuit de hele wereld, het is er gezellig rommelig. We mogen naar een kampeerplek aan het water. Aan de rand wacht een meter lange hagedis ons op. Hij rent snel het tropisch regenwoud in als we uitstappen. In Australië is kamperen aan dergelijke rivieren streng verboden, maar hier kan het schijnbaar. Er ligt een kooi in het water drijvend op plastic vaten. Er omheen een houten looppad omzoomd door een hek. Hier kun je dus zwemmen in de Okavanga rivier. ‘You can swim in this cage and it keeps you and the crocs at a safe distance from one another' rept Lonely Planet (LP). We trekken onze zwembroek en bikini aan en lopen er naar toe. Ik wil nog even wachten totdat de Zuidafrikaan met buikomvang 220 cm. er na zijn duik levend uitkomt. Je moet er toch niet aan denken dat door onderhoudsachterstand er een gapend gat inhet hek zit en de ‘crocs' beneden, hun kans wachtend,de eerste de beste naïeve toerist aan vlarden trekken. Maar na een plons komt hij er ongeschonden uit, zodat wij ons moment pakken. Het is best aangenaam en compact en de stroming is zo sterk dat je moeite om van de ene naar de andere kant te zwemmen. Het blijft vreemd.

We boeken een kanotrip van 2,5 uur en gaan met een gids over de rivier op zoek naar de nijlpaarden. We krijgen reddingsvesten om (waarvoor?). Na 10 minuten zien we de beesten drijven, hun oren en ogen zijn slechts te zien. Ze gaan onder water en komen dan met een soort tuba-achtig geluid omhoog. Alsof je water uit een snorkel spuit. Ze zijn erg territoriaal en maken de meeste mensenslachtoffers, dus we blijven tientallen meters uit hun buurt. We glijden door het riet, het is muisstil, de felle zon beukt op onze lichtgetinte huid. Deze ervaring is bijna zen. Voor Arianne dan. Ik zit niet op mijn gemak. Ik zie ieder moment een krokodil in onze kano springen of een nijlpaard het vaartuig in tweeën bijten.

Met wilde dieren zie ik teveel risico's. Ik ben overdreven voorzichtig. We gaan op een strandje wat drinken en ik zie weer ieder moment een dier uit het water komen. Maar alle vrees komt niet uit. We maken nog een klein wandelingetje door het regenwoud in het donker met de zaklamp. Dan zien we stuiterende aapjes voor ons. Ze gaan meters omhoog en gaan razendsnel van tak naar tak, hun ogen reflecteren in het zaklampschijnsel. De dag heeft zo'n indruk gemaakt, dat we 10 uur achter elkaar slapen. Ieder tuba-geluid is mij ontgaan. De mist rolt over de snel stromende rivier. We gaan nog op een ‘cool' toilet zitten met uitzicht op het woud en checken uit.

Het is een lange dag rijden. Het reisdoel is Victoria Falls, een plaats in Zimbabwe. Hier kun je 1 van de 7 wereldwonderen zien: de Victoria Watervallen. We moeten hiervoor de grens van Namibië naar Botswana en van Botswana naar Zimbabwe oversteken. Dat is dus 4 stempels in onze paspoorten. Lonely Planet zegt dat dit gedeelte van Zimbabwe veilig is. De rest van het land wordt streng afgeraden omdat president Mugabe met zijn economische beleid het land in een totale ondergang heeft gestort, het is verwoest en er is een hongersnood. Het is straatarm en gewelddadig, enkel dit stukje is veilig. Hier staan schijnbaar de dure hotels nog overeind en wordt nog dure wijn aan verwende toeristen geschonken. Het is 8 uur rijden.

De lange rechte wegen zijn niet vervelend te berijden, er is onderweg genoeg te zien. Kuddes koeien steken geregeld de grens over. Ik neem gas terug. Plotseling vliegt een kleurrijke vogel tegen onze gril aan. De blauwe veren wapperen omhoog. We stappen uit en zien dat het arme beest door een gat is gekomen en dood achter de gril ligt. We kunnen er niet bij en dragen het maar de grensovergangen over.

Bij de grens naar Botswana moeten we uitstappen. Vanwege overdraagbare ziekten moeten we onze groenten uit de koelbox halen en weggooien. De buit is 3 groene paprika's en een halve komkommer. Al onze schoenen moeten op een vochtig dweiltje gedrukt worden. Arianne doet het gelaten. De bavianen zijn lastig en worden veelvuldig door de douane beambten toegesnauwd. Arianne vraagt of we het niet moeten vertellen van de vogel, maar ik geef aan dat we ze niet wijzer moeten maken, dit kan alleen maar voor vertraging zorgen en we moeten voor het donker bij Victoria Falls aankomen. Vervolgens moeten we met de auto door een badje. We zien de eerste moab-trees.

De lucht is wolkloos. We rijden met de dode vogel als passagier gelaten verder. De wegen is Botswana zijn wat slechter, meer gaten in het wegdek en geen hekken om de wilde dieren. We worden gewaarschuwd voor olifanten, maar dat zei men in Namibië ook en we hebben er geen 1 gezien. 'Kijk daar, een olifant!' roept Arianne. En inderdaad, daar staat een kudde met jong. We zijn verbaasd, schieten ons Kodak-moment en gaan verder. We hebben haast en moeten nog 2 grensovergangen. De zon gaat al lager schijnen, we rijden verkeerd in het grensdorp. Er is een omleiding en de plaatsborden zijn in diverse kleuren wat verwarring veroorzaakt. We besluiten om 4 uur om toch maar in Botswana te blijven. We vinden het te riskant om in het donker in Zimbabwe te rijden.

De vogel wordt met een barbecue grijptang er uit gevist. We vinden het beiden zielig, maar ‘thejourney must go on'.

De nacht is vol hondengejank en om 6 uur sta ik naast de tent en auto. Ik doe de Nescafé poeder in de groene mok en maak de boterhammen met pindakaas en honing klaar voor Arianne. We gaan op weg naar Zimbabwe, ergens wel een beetje vreemd. Een bezoeken aan een land dat na Somalië het meest anarchistische ter wereld is. We krijgen onze stempel in Botswana en rijden naar een rommelig stukje grens. Diverse mensen staan buiten een kantoor, roestige vrachtwagens met ladingen staan aan de kant. Er zit een man bij een hand bedienbaar slagboompje. We kopen eerst ieder een visum van $ 30. Een houten la gaat open met veel inktvlekken en hier gaan de biljetten in. Er worden alleen Amerikaanse dollars geaccepteerd, de Zimbabwaanse valuta is door de hyperinflatie niets meer waard (er schijnen zelfs 100 triljoen Zimbabwaanse dollar-biljetten als souvenir te koop te zijn). De man in uniform is van Customs en roept bij het zien van onze paspoorten ‘Robin van Persie' en ‘Wesley Sneijder'. We knikken instemmend. Daarna gaan we een loketje verder, dit is Immigration. Hier moeten we onze auto inklaren. Een donkere man in slonzig traning-pak achtig gewaad schrijft van alles over, er wordt druk gestempeld. We moet $75 betalen. We hebben het niet contant, een Zuid-Afrikaans stel wil ons het restbedrag van $ 6 wel bijbetalen. Ik bedank ze vriendelijk. Ze accepteren ook Euro's. Een klein jong negerdametje met rood haar loopt continue verveeld bij ons, ze kijkt om de paar minuten op haar mobiele telefoon. We worden door de man aan het loket naar haar verwezen. Ze brabbelt een onduidelijk verhaal over dat het verplicht is om het risico van de auto af te kopen. We moeten een borg van 1200 Namibische dollar betalen (120 euro). Het is een voorschot en we kunnen het terug verhalen bij het verhuurbedrijf. Ik zeg tegen Arianne dat we genaaid worden, dit klopt niet. Corruptie tiert hier welig en dit is voor hun eigen zakken. Begrijpelijk voor een land in een dergelijke staat. We betalen het bedrag maar en krijgen een handgeschreven reçuutje. Dag 120 euro! We worden door de man bij de slagboom doorgelaten. We zijn in Zimbabwe.

Het is nog 80 kilometer naar Victoria Falls. Er staan roestige gele borden langs de weg dat we moeten oppassen voor hyena's. De weg is smal, er is geen belijning. De bebossing is dicht. Dan zien we na een uur grote waterdampen achter de bossen. Dit moeten de beroemde watervallen zijn.

Reacties

Reacties

Thijs

Hoi Arianne en Jethro,
Volgens mij zijn jullie weer helemaal in je element; avonturieren! Wat maken jullie weer een hoop mee en leren jullie de wereld weer op een nieuwe manier kennen. Goed om te lezen dat jullie eventuele risico's weer ten goede kunnen keren. Houd dat vooral zo vast en geniet nog van jullie vakantie.

meul

jezus wat een verhaal weer. fantastisch wat een avontuur.
maar vlak mij niet uit, lig al 1, 5 dag naar de soprano´s te kijken, helemaal te gek.
kijk weer uit naar jullie verhaal. groet meul

Doenja

Ik wil ook!! Ik wil ook!! Ik wil ook!! Ik wil ook!!

Geniet van de beessies! (Enneh Jethro, die beestjes die "lief" ogen...daar moet je pas echt voor oppassen! ;-) )

Bart

Je bent nog geen Alby Mangels, en jezelf vastrijden in de modder is onvergeeflijk voor een volwassen vent als jij :) Maar het ziet er naar uit dat jullie prachtige dingen beleven en elke dag weer nieuwe avonturen op jullie pad brengen. Groetjes en tot ziens.

Bart

Judith

Wat een prachtig verhaal weer, spannend!!! Het blijft een bijzonder continent! Prachtig hoe jullie genieten met volle teugen.

Ben benieuwd naar het vervolg...

annie kuijper

dag Jethro,

van Judith hoorde ik over je blog, ik zeg stuur snel door, wij zijn er ook geweest jaren geleden, wat een bijzonder land, ik geniet zo erg van je verhalen dat ik heimwee krijg. Wat schrijf je toch super leuk. Wens jullie samen nog een super reis!!! groet JAN EN ANNIE

Franca.

Hoi Arianne en Jethtro,
Wat een spanning, geloof graag dat jullie hier super van genieten !!!
Ik kijk weer uit naar het vervolg van jullie reis.
Franca.

Lea

wat een droom!!!!!!! Indrukwekkend en net als Nepal om nooit meer te vergeten. Geeweldig, dat jullie deze reizen ondernemen, dan heb je je tijd op arde absoluut ten volle benut. En al die foto's, prachtig. Geniet verder, het zit er zowat op heb ik begrepen.
Dat wat nog een hele tijd weer bijkomen in Brabant.
Hartelijke groet van Lea en Jogchum

Annemarie

Hallo avonturiers,
bedankt dat ik mag mee genieten van jullie verhalen. Klinkt fantastisch, mooie foto's ook. Geniet ervan!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!